In de pers: Risico’s van nachtwerk worden onderschat
Nederland telt relatief veel nachtwerkers Nachtwerk verhoogt kans op ziekten en ongelukken Experts pleiten voor betere begeleiding en meer toezicht.
Geschreven door Rik Winkel
Werken in de nacht is topsport. Maar anders dan de olympische kampioenen Sifan Hassan en Harrie Lavreysen worden nachtwerkers zelden bijgestaan door een team begeleiders en coaches om hun lichamelijke en geestelijke toestand op peil te houden. Dat levert volgens arbodeskundigen niet alleen gezondheidsrisico’s op, maar ook gevaarlijke situaties, op en na het werk. Werkgevers moeten er dan ook meer oog voor hebben, zeggen Sonja Smits en Hinke Anja Werkman, respectievelijk senior arbeids- & organisatieadviseur en bedrijfsarts bij Zorg van de Zaak, een netwerk van arbodiensten en zorgbedrijven.
Smits: ‘Mensen die in de nacht werken, hebben 7% tot 8% meer kans op hart- en vaataandoeningen, diabetes en slaapproblemen. De kans dat ze op weg naar huis een eenzijdig verkeersongeval krijgen, is vijf keer zo groot als normaal.’ Dat risico wordt kleiner als werknemers even rusten of slapen voor ze naar huis rijden. De afgelopen jaren groeide het leger nachtwerkers aan tot circa 1,3 miljoen, bijna 15% van de werkende bevolking. In 2020 lag dat iets lager, mogelijk door corona. Zo waren veel horecazaken een tijd dicht. Maar nachtwerk is, mede dankzij soepele wetgeving, veel wij der verbreid dan elders in West-Europa. Niet voor niets verrijzen overal in Nederland megaloodsen waarmee grote bedrijven hun klanten bevoorraden. Dat concurrentievoordeel is vooral Vlaamse ondernemers al jaren een doorn in het oog. Behalve in de horeca, de distributie en het vervoer wordt er ook in de zorg, ICT, productie en beveiliging veelvuldig ’s nachts gewerkt. Wettelijk gezien vindt een nachtdienst tussen 0.00 en 06.00 uur plaats, maar volgens Werkman starten of eindigen ook ‘normale’ ploegendiensten steeds vaker aan de randen van de nacht.
Werkgeversvereniging AWVN meldde eerder dit jaar dat er steeds meer rek zit in zogeheten dagvensters: in veel cao’s hoeven werkgevers tussen 06.00 en 22.00 uur geen toeslagen meer te betalen. ‘We pleiten er niet voor de 24/7-geest terug in de fles te stoppen, maar werkgevers moeten goed bedenken of nachtwerk altijd noodzakelijk is en, als het toch moet, de schade zoveel mogelijk beperken’, aldus Smits. De huidige personeelstekorten helpen. Ze haalt het voorbeeld aan van een grote bakkerij, die door de onaangename werktijden niet aan mensen kon komen. Door het bakproces een paar uur te vertragen lukt dat nu wel. Sommige mensen, bijvoorbeeld in de zorg, vinden nachtwerk juist spannend en leuk. Er is meer tijd voor patiënten, meer saamhorigheid en meer autonomie. Voor laaggeschoolde werknemers is het een manier om toch een behoorlijk inkomen te verwerven. Toch pleit Werkman ervoor financiële prikkels in cao’s zoveel mogelijk weg te nemen. ‘Er zijn vroege vogels en nachtuilen. Het is goed om met persoonlijke voorkeuren rekening te houden. Maar het risico bestaat dat mensen alleen op de korte termijn letten en over hun grenzen gaan. Als je het te lang doet, loopje niet alleen meer risico op fysieke klachten, maar kun je ook een sociale outcast worden.’ Mensen blijven volgens haar dagdieren. ’s Nachts werken verstoort hun bioritme en schaadt het immuunsysteem. Het lichaam komt in een soort overlevingsstand, terwijl juist concentratie en scherpte zijn vereist. Al die factoren pleiten voor topsportbegeleiding, met voldoende beweging, uitgebalanceerde voeding en goed slaapadvies. Nu zie je juist het tegenovergestelde. Veel nachtwerkers eten ongezond en gebruiken te veel slaapmiddelen, cafeïne en alcohol.
Volgens Smits zijn de spelregels te ruim. ‘Na drie nachtdiensten minimaal 46 uur rust is veel te kort. Om 07.00 uur je dienst uit komen, een dagje slapen, een dag vrij en de volgende ochtend weer beginnen leidt tot overbelasting en oververmoeidheid.’ Ook het toezicht laat wat haar betreft te wensen over. De Arbowet verplicht tot periodiek onderzoek bij gezondheidsproblemen door nachtwerk, maar Smits ‘kent geen bedrijf dat dit doet’. Wat haar betreft, zouden overheidsinspecteurs een veel prominentere rol moeten spelen. Vakbond CNV sluit zich bij die wens aan. ‘We zien dat nachtwerk ongezonder is dan overdagwerken en pleiten ervoor dat werkgevers maatregelen nemen om mensen zo gezond mogelijk te houden.’ Volgens de Inspectie SZW is nachtwerk in Nederland juist strakker geregeld dan in omringende landen, omdat werknemers niet permanent ’s nachts mogen werken. Het oplossen van problemen is primair een zaak van werkgevers en werknemers. De Inspectie komt pas in actie bij klachten of het vermoeden dat regels niet worden nageleefd.